Kindermoment 1 november 2020
Twee heel verschillende zonen Matteüs 21:28-32
De woorden ja en nee kunnen we al heel jong gebruiken. We willen iets wel of niet. We doen iets wel of niet. Maar soms klopt wat we zeggen niet met wat we doen. We zeggen ja, maar we doen nee.
‘Siem en Luca, straks ga ik stofzuigen, ik wil graag dat jullie nu je spullen gaan opruimen.’ Mama is de kamer binnengelopen. Op de vloer ligt een heleboel lego. De jongens hebben een hele stad gemaakt van de Lego City en ook nog een eiland met hun Ninjago lego. ‘Als jullie nu alles wat je wil laten staan op de tafel zetten en de losse spullen in de doos doen, dan kan ik hier straks de vloer stofzuigen.’ De jongens spelen gewoon door. Siem is net bezig om een stukje aan de lego brandweerkazerne te zetten dat los was gegaan. ‘Siem’, vraagt mama. ‘Ga je opruimen?’ ‘Ja, mama, zal ik doen.’ zegt Siem. Luca scheurt met zijn Ninjago aanvalsvoertuig over de grond. ‘Luca’, vraagt mama. ‘Ga je opruimen?’ ‘Nee, mama, dat doe ik niet’. ‘Ik kom straks stofzuigen’, zegt mama en ze en loopt de kamer uit.
Siem zegt ‘ja’ en Luca zegt ‘nee’. Wanneer zeggen wij wel eens ja of nee? Moet je dan ook doen wat je gezegd hebt? Kan het ook anders?
Jezus vertelt daar ook een verhaal over. Een Vader die vraagt of zijn 2 zonen hem willen helpen met druiven plukken.
Niet alleen wat je zegt is belangrijk, maar ook wat je doet. Het is fijn om over de Here God te praten en naar de verhalen uit de Bijbel te luisteren, om liedjes van de Here God te zingen. Maar het is ook belangrijk om te doen wat God fijn vindt. Van Hem houden, van de andere mensen houden.