Het komt allemaal bij elkaar
In de afgelopen week waren er dagen die tot bezinning leidden: Allerheiligen, Allerzielen en Dankdag voor gewas en arbeid. Die eerste twee zijn vooral voor Rooms-katholieken belangrijk. Maar dat een mens bij God is en dat we daar bij stil staan, is niet zo verkeerd. Dat we de herinnering aan mensen in ere houden, daar is ook niets mis mee.
Dat we dankbaar zijn voor wat we in Gods schepping mogen zien groeien en bloeien en het werk dat we mogen verrichten in Gods schepping, daar is ook iets voor te zeggen om dat niet in vergetelheid te laten wegebben.
En vrijdag is het elf november: de dag dat mijn lichtje branden mag. Het is de dag van Sint Maarten. In het Noorden en Oosten van ons land is dat een prachtig gebruik: kinderen met lichtjes door de straten en aan de deuren. En dan maar hopen dat ze niet hoeven te zingen bij een dichtslaande deur: “Hier woont juffrouw Kikkerbil, die ons heel niets geven wil’. Want Sint Maarten bepaalt ons bij de man, die een zwerver op straat zijn halve mantel gaf om beiden warmte te hebben tegen de kou.
In onze kille wereld van ‘wat schuift ’t?’ kan zo’n slinger van kinderen met lampjes in de donker wordende straten een verademing zijn.
Moet je kind zijn om hiervan te genieten? Nee, ik denk het niet. Als je weet van solidariteit en hulpvaardigheid, boeit het jong en
oud. Zo komt alles bij elkaar: denken aan hen die ons zijn voorgegaan, danken voor gewas en arbeid en licht zijn in de duisternis.
En als u opziet tegen de economische crisis rond Griekenland en de eurozone, denk dan maar even aan wat de Grieken aan bezuinigingen moeten ervaren. Want als je je dat indenkt, piep je net even anders dan als je alleen aan je eigen hachje denkt.
En heeft Jezus niet een kostelijk signaal afgegeven: wat je aan de minste van de mijnen doet, doe je aan Mij. Zo’n oneliner kan je
opeens helpen als een licht op jouw pad.
Ds. Scheltens
P.S.: iedere zaterdag hoop ik voor onze website een column te schrijven.