Oranje, niet alleen franje
De oranjegekte is weer toegeslagen. Auto’s met een oranje appel en een klavertje vier op de antenne, de buitenspiegels met de oranje Nederlandse leeuw – ik vind het wel grappig. Hele straten zijn oranje en we weten weer: het is voetbal. Zelfs Heineken heeft al enkele weken zijn flesjes een oranje rand gegund. De eerste wedstrijd is zaterdag de 9de – dan is het ook vlaggetjesdag in
Scheveningen. En jawel, heel Bosgoed in Lunteren zit zaterdag al weer vol Scheveningers en zondag mogen we gastvrije gemeente voor hen zijn…
Indrukwekkend vond ik het bezoek afgelopen woensdag aan Auschwitz van het Nederlandse elftal, net als het Duitse en Italiaanse. Dat laatste vind ik ook heel opmerkelijk en indrukwekkend, want die twee landen waren bondgenoten in de oorlogstijd. Auschwitz staat voor dat hele erge van het systematisch uitmoorden van alle Joden. Dat is gelukkig niet gelukt. Maar sindsdien is het getal 6 miljoen symbolisch voor wat helaas wel is gebeurd. In Israël gebruiken ze daar altijd zes fakkels voor.
Ik hoorde kritiek bij de media: slecht voor de concentratie, met spijkerbroek en handen in de zakken. Ik heb voor die kritiek geen begrip. Het is goed, dat voetbalminnend Nederland en Europa even stil staat bij dit bezoek aan die verschroeide plek op aarde, die herinnert aan onmenselijkheid. Zoals ook de Nederlands elftal naar het Robbeneiland in Zuid-Afrika ging.
Voetbal is wereldwijd en onmenselijkheid hoort helaas bij dit wereldwijde. Door hier aandacht aan te besteden groeit de hoop op menselijkheid weer een beetje. Zo krijgt Oranje voor mij een verdieping meer dan de franje van de buitenkant. En wat de Joodse wereldburgers hierbij voelen, weet ik niet. Ik vermoed een gevoel van weemoedige warmte. Recht doen aan wat een mens aan leed ondergaat is het beste antwoord, dat we kunnen geven. Dat oefent de kerk al eeuwen lang als het gaat om pastoraat. Omzien naar elkaar zonder altijd een goed antwoord te weten.
Maar de kerk voegt daar nog iets bij: voorbede vanuit de nood aan God de Hemelse Vader, die ons er zo aan herinnert, dat we zijn kinderen mogen zijn.
Ds. Scheltens
P.S.: iedere zaterdag hoop ik voor onze website een column te schrijven.