Jezus geneest iemand met huidvraat Kindermoment (20210124)
Inleiding
‘Tikkie, jij bent hem’, roept Elske als ze Joep met haar vinger aantikt. En dan rent ze weer hard weg. Nu is Joep de tikker. Hij moet proberen om Elske, Sara of Martijn te tikken. Joep rent achter ze aan. Het is een drukte van belang op het schoolplein. Overal zijn kinderen aan het spelen. Joep probeert zo handig mogelijk tussen hen door te rennen. Hé, daar komt Eef aan. Ze loopt naar Sara en Elske toe. ‘Mag ik meedoen met tikkertje?’, vraagt ze. ‘Nee jij mag nu niet meedoen!’, roept Sara snel. ‘Wij willen alleen met elkaar spelen’, zegt Elske ook nog.
Oei, dat is niet leuk voor Eef. De meisjes sluiten haar buiten. Ze vindt het jammer dat ze niet mee mag doen. Dan hoort Eef dat iemand haar naam roept. ‘Eef, wil je met mij spelen?’, roept Lisa. Dat is haar vriendin. Eef draait zich om en ziet Lisa in de zandbak zitten. ‘Ja, ik kom eraan’, roept ze blij terug. Met een lach rent ze naar de zandbak toe. Wat is het toch fijn om samen te spelen.
Bijbelvertelling
Op een dag lopen Jezus en zijn discipelen een stad bin- nen. Ook hier zal Jezus het goede nieuws, het evangelie, gaan vertellen. Opeens komt er een man naar hen toe rennen! De discipelen kijken goed naar de man. Het is een man met een huidziekte. Hij heeft huidvraat.
Dat betekent dat hij besmettelijk is. Wie deze man aan- raakt, krijgt ook dezelfde ziekte. En als je huidvraat hebt, dan mag je niet meer in de stad wonen. Nee, mensen met deze huidziekte moeten alleen wonen, buiten de stad. Ze missen dan voor altijd hun familie en hun vrienden. Wat doet deze man dan toch in de stad? Hij rent naar Jezus toe en valt voor hem op zijn knieën. ‘Heer’, zeg de man ‘als U het wilt, kunt U mij gezond maken?’
Jezus kijkt naar de man en begrijpt zijn verdriet. Hij vindt het heel erg dat de man er zo slecht aan toe is. Jezus steekt zijn hand uit en raakt de man aan. Dan zegt Hij: ‘Ik wil het, wordt gezond’. En onmiddellijk is de huidziekte van de man verdwenen. Dat is een wonder!
De man is zo blij dat hij weer gezond is, dat hij het aan iedereen wil vertellen. Maar Jezus zegt: ‘vertel aan niemand dat Ik je beter heb gemaakt. Ga naar de pries- ters en laat alleen aan hen zien dat je gezond bent’.
De man gaat weg, hij is zo blij! Hij kan weer naar huis, hij hoeft niet meer buitengesloten te zijn. Hij kan het geheim niet voor zich houden. De man vertelt aan iedereen die hij onderweg tegenkomt. Dat Jezus hem weer heeft beter gemaakt. Doordat veel mensen nu weten dat Jezus mensen gezond kan maken, zoeken ze Hem op. Daar- door kon Jezus niet meer in de stad zijn en het evangelie vertellen. Het werd veel te druk om Hem heen. Tegen zijn discipelen zegt Hij: ‘Kom, laten we een rustige plaats opzoeken, buiten de stad’. Dat doen ze, maar ook daar komen er steeds meer mensen die Hem vinden en een wonder van Jezus nodig hebben.
Vragen
• Wat zouden de vrienden van Jezus ervan vinden dat Hij de man met de besmettelijke huidziekte aanraakte?
• Wat zou jij aan Jezus willen vragen als hij hier nu bij ons was?