Kindermoment 20 december 2020 Hebreeën 1:1-7 en 13-14

Verhaal onderbouw:

Johannes wordt geboren 

Isabel komt rennend de klas in. ‘Juf, juf, mijn nichtje is geboren. Vannacht om 3 uur. En vanmiddag mag ik al gaan kijken bij tante Nicolet!’ ‘Dat is heel fijn’ zegt juf, ‘ je mag er zo over vertellen in de kring. ’ En dat doet Isabel. Ze vertelt ook dat het nichtje Hanna heet. En héél klein is en vast ook héél lief. ‘ Morgen mag je vertellen hoe het geweest is bij je tante en je nichtje ’, zegt juf. Dat zal Isabel ook zeker doen. Ze kan niet wachten tot de school uitgaat en zij naar haar tante en nichtje mag gaan. Het verhaal uit de Bijbel gaat ook over de geboorte van een kindje. Een jongetje. Luister maar. 

Vertelling 

Wat een drukte is het in en bij het huis van Zacharias en Elisabet. Er zijn veel mensen, ze lopen in en uit en ze kijken allemaal zó blij. Want vandaag is er een jongetje geboren. Een zoon voor Zacharias en Elisabet. Wat een groot wonder!. Zacharias en Elisabet zijn al oud, al zo oud als een opa en een oma. Ze wilden altijd al graag een kindje maar dat gebeurde nooit. En toen Zacharias een tijd geleden naar de tempel ging was daar ineens een engel. De engel vertelde dat er een zoon geboren zou worden. Maar dat kon Zacharias niet geloven. Hij en zijn vrouw zijn toch veel te oud om kinderen te krijgen. ‘Zacharias, je zal niet meer kunnen praten totdat je zoon geboren is.’ zei de engel. En dat gebeurde ook. Zacharias kan niet meer praten, zijn lippen bewegen wel, maar er komt geen geluid.

En nu is dan het kindje geboren. De buren praten op straat over dit wonder. ‘Hoe zal hij gaan heten?’, zeggen ze. ‘dat is geen verrassing. Hij zal Zacharias gaan heten, zo heet zijn vader ook.’ De eerste zoon krijgt dan dezelfde naam als zijn vader.’ Zo praten de mensen maar door, ze zijn benieuwd. En dan komt vader Zacharias naar buiten. In zijn hand heeft hij een bordje. En daar staat met mooie letters een naam geschreven. Er staat Johannes. ‘Ja’, zegt Elisabet. ’zo zal onze zoon heten. Het betekent ‘God is genadig’. Er we zijn heel gelukkig dat we onze zoon van God mochten ontvangen.’ 

Dan ineens horen de mensen de stem van Zacharias weer: ’Ja, Johannes is zijn naam!’ Wat fijn dat Zacharias weer kan praten en zelf over zijn zoon kan vertellen. Want God heeft Zacharias zijn stem weer teruggegeven. ‘Wat is God goed!’, zegt Zacharias, ’onze God vergeet ons niet. Dit kind, deze Johannes, mag later als hij groot is over een andere Zoon vertellen. Over de Zoon van God, de Redder van de wereld die snel gaat komen. ’ De mensen luisteren naar wat Zacharias zegt. De Zoon van God, en Johannes mag van Hem later vertellen. Wat is iedereen blij. 

Gebed 

God in de hemel, dank U wel voor Uw mooie plan met Zacharias en Elisabet. U gaf hun een zoon, U gaf Zacharias zijn stem weer terug. U heeft ook een plan met ons. Wij mogen weten dat U vol liefde bent en dat U ons nooit vergeet. 

Amen. 

Verhaal bovenbouw

Jezus is meer dan een engel 

In de eerste drie weken op weg naar het Kerstfeest ging het steeds over iemand die een engel op bezoek kreeg. Die engel kwam namens God iets belangrijks vertellen. Zacharias was aan het offeren en kreeg een belofte van de engel, en dus van God zelf. Hij en Elisabet zouden een zoon krijgen. Dat was een wonder, omdat zij al zo oud waren. Maar het was een nog groter wonder, omdat die zoon voor de Messias, de Zoon van God uit mag gaan. Johannes mag Jezus aankondigen. Hij mag de mensen voorbereiden namens God op het werk van Jezus voor de wereld. 

Ook Maria kreeg een belofte. Een engel brengt die namens God over. Maria mocht moeder van Gods Zoon worden. Voor die bijzondere opdracht had God zelf haar uitgekozen. God moet wel heel veel van haar houden. Meteen is zij enthousiast, hoewel ze wel begrijpt dat hiervoor een wonder nodig is. Ze is nog niet getrouwd met Jozef. Maria gelooft God, dat Hij op deze bijzondere manier in haar leven komt. 

Ook bij Jozef is de engel een boodschapper namens God. Hij moet Jozef niet iets beloven, maar hem helpen in een moeilijke situatie. Hij moet alles dat er gebeurt anders gaan zien. Hij denkt dat er een ramp plaatsvindt in zijn leven, maar dat valt mee. Nee, er gebeurt juist iets geweldigs. Maria houdt nog steeds van hem en is in verwachting van de Messias, de Zoon van God. En Hij mag Jezus’ vader op aarde zijn.

Bijbelgedeelte 

De engelen worden er door God op uit gestuurd met een boodschap. Bij Zacharias, Maria en Jozef om te vertellen over Jezus die in Betlehem geboren wordt. De engel mag uitleggen wat Gods bedoeling is, hoe Hij de wereld redt door de geboorte van het kind in de kribbe.

De engel vertelt niet over zichzelf. Eigenlijk weten we na de verhalen van de afgelopen weken nog niets over Gabriël en de engel uit de droom. Niet hoe hij er uit ziet of zo. Blijkbaar is dat niet belangrijk. Alleen God is belangrijk, alleen de boodschap over Jezus. 

Je zou een engel kunnen vergelijken met de secretaris van de koning. Zo’n secretaris maakt de afspraken voor zijn baas. Hij houdt de agenda bij. Hij spreekt af waar de koning op werkbezoek gaat, wanneer hij een gebouw moet openen en wanneer er een belangrijke gast komt die hij moet ontvangen. De koning doet dat niet zelf. Als je een uitnodiging of bericht van de koning krijgt, stuurt de secretaris die. De secretaris weet heel van de koning, ook geheime dingen die andere mensen niet mogen weten. Die niet mogen uitlekken, omdat ze anders in de krant staat. De secretaris mag alleen doorgeven wat de koning wil. Wat hij daar zelf van denkt of vindt is niet belangrijk. Hij is in dienst van de koning. Hij helpt mensen om in contact te komen met de koning. 

In de Bijbel komen wel vaker engelen boodschappen namens God aan mensen brengen. Mensen schrikken dan vaak. Dat zagen we bij Maria in haar huis. En op het Kerstfeest vallen de herders plat op hun gezicht als ze Gods heerlijkheid zien en de engel hun komt vertellen dat Jezus geboren is. Een engel is dus best indrukwekkend; hij straalt van Gods licht uit de hemel. Daar leven engelen, in de hemel. Ze zijn altijd op hun post om God te helpen bij zijn werk voor de mensen. 

Soms willen mensen na de eerste schrik iets doen, laten merken dat ze Gods woorden die de engel doorgeeft, belangrijk vinden. Je ziet wel eens dat ze dan voor een engel willen knielen of zelfs willen een offer willen brengen. De engel zegt dan: dat wil ik niet. Ik ben niet belangrijk. Ik ben een knecht van God. Ik doe niet meer dan wat Hij wil. Ik ben niet belangrijker dan jij. Ik ben niet grootser dan een mens.