Een muur in Lunteren
Burgemeester en wethouders van Ede willen op korte termijn een besluit nemen over de toekomst van de ‘Muur van Mussert’. Die muur staat als bouwval op het terrein van recreatiecentrum “De Goudsberg” aan de Hessenweg in (eigenlijk: buiten) Lunteren.
Het gaat om restanten van een enorm bouwwerk, dat in de jaren dertig werd opgetrokken voor massaal bezochte partijdagen van de NSB. Moet een stuk vervallen muur midden in een recreatiepark gewoon vergaan of moet het een gemeentelijk of zelfs rijksmonument worden?
Aan de ene kant is herdenken nodig om nooit te vergeten welk onrecht is geschied. Daar heb je plekken voor nodig om de herinnering gaande te houden, zoals in Sachsenhausen en Auschwitz.
Maar is zo’n muur een herkenbare herdenkingsplek?
Ik zie een taak voor het Lunters Museum om met foto’s en filmfragmenten de herinnering gaande te houden aan wat hier in onze omgeving is gebeurd. Het zou ook aardig zijn, als de Lunterse Kring daarbij genoemd wordt: de kring van dominees uit Amsterdam die juist hier, waar ze nooit verwacht zouden worden, bijeenkwamen om hun verzetstaken te bespreken.
Eerlijk gezegd vind ik die muur nauwelijks de moeite waard. Als je de films ziet met de mensenmassa’s en de spreker op het podium aan die muur, dàn krijg je er een beeld van. Moet je dan terugkijken vanuit die films naar die muur op de Goudsberg?
Het is al genoeg duidelijk, dat waar nu een recreatiepark is, die enorme mensenmassa’s bralden met de rechterhand schuin omhoog – walgelijk dus. Lunteranen deden dat in de dertiger jaren af als: ‘Duitsertje spelen’. Dat is een relativering, die mij aanspreekt. Daar hoeven we geen muur voor te restaureren.
En wie de sfeer rond die muur voor ogen krijgt, weet hopelijk, dat rassenhaat en discriminatie ons pakkie an niet behoren te zijn. Dat meningsverschillen mogen, omdat we elkaar in vrijheid de ruimte laten om ons te oriënteren op wat wij belangrijk vinden. En dat wij elkaar de maat niet nemen, maar elkaar de ruimte van de Geest toewensen. En de Geest wijst ons vroeg of laat op de waarden van Gods Koninkrijk. En de kerk mag daar een beetje dienstbaar aan zijn.
Hoe hebben we dat laatst ervaren bij de kring rond 1 Petrus? Dat we geraakt worden door het Woord en dat we ons vervolgens door datzelfde Woord willen laten voeden. Opladen zou je tegenwoordig kunnen zeggen, verwijzend naar de auto, die bij een oplaadpunt staat…
Ds. Scheltens