Bidden om voor het aangezicht van God te naderen
We hebben de week van gebed om de eenheid gehad.
Waar zouden we voor bidden?
Bijna dagelijks is er nieuws over een aanslag.
Steeds meer christenen wereldwijd worden vervolgd.
Met de briesende wreedheid van IS, Boko Haram en van Al-Shabaab weet niemand raad.
In Algerije is er ingebroken in een kerk. In de nacht van 7 op 8 januari 2016 hebben onbekenden ingebroken bij de Light Church. De dieven namen onder andere alle elektronica en het contante geld met zich mee. Het interieur van de kerk werd de volgende dag vernield aangetroffen. Op de muur van de kerk was met graffiti de tekst van het moslim-gebed ‘Allah Akbar’ (God is groot) aangebracht.
En dan zijn er de problemen die altijd bij ons zijn. Armoede, uitbuiting, kindersterfte, misbruik, vervuiling, eenzaamheid, eentonigheid, zonde, gevangenschap, verlies. Wat moeten we in ons gebed tegen God zeggen en wat haalt het uit?
Maar nu een vraag, die ik serieus wil stellen: is bidden er om iets gedaan te krijgen?
Vrede, eenheid, gezondheid, welvaart?
Of is het zo, dat in het gebed de dingen waar wij vragen bij hebben voor het aangezicht van God gebracht worden?
Zoals wij onze zorgen hebben over van alles, over vrede, eenheid, gezondheid, welvaart..
Christenen bidden omdat Jezus zegt: als jullie bidden, zeg dan…
In de Bijbel lezen we over al die handelingen – samenkomen, bidden, lofprijzen, brood breken.
En Jezus zegt: doe dat maar!
In de Bijbel is een apart boek met gebeden: de Psalmen.
En vergeet de Klaagliederen niet.
God noemt ons zijn kinderen en Zichzelf onze Vader.
Welke vader wil nou, dat zijn kinderen niet durven zeggen als ze ergens mee zitten?
Bidden is je dankbaarheid en je zorgen en vragen bij Hem neerleggen.
We lezen over twijfel en ongeloof bij sommigen van de leerlingen van Jezus na de opstanding van Jezus (Matt. 28).
Toch stuurt Jezus hen op pad om ‘Gods grote daden te verkondigen’ – juist ook zijn opstanding – terwijl ze net twijfelden…
In de psalmen keert de stemming vaak om als vanuit nood en gebrek het zicht wordt geopend op Gods grote daden.
Daar kun je je dan weer aan optrekken.
En je krijgt inspiratie om Hem aan te spreken: ‘Heer, U hebt ons toen gered en de volken versteld doen staan – doe nu ook iets, alstublieft!’
Brief van Syrische voorganger.
In de week van gebed publiceert de Stichting Ondergrondse Kerk een brief van een
Syrische voorganger.
Hij biedt een kijkje in het leven van christenen in het oorlogsgebied Syrië.
“Ik groet u in de naam van de Here Jezus. Ik breng u de groeten over van uw broeders en zusters in Syrië. We zijn één Lichaam van Christus. Als één lijdt, dan lijden alle anderen mee. Het lijden is nergens zo groot in Syrië als op dit moment. Syrië was een mooi land, met meer dan twintig miljoen inwoners. Twintig procent van de bevolking was christen. Nu is hun aandeel nog slechts zeven procent.
Welke gruwelijkheden u ook kunt bedenken, ze zijn niet te vergelijken met wat er hier gebeurt: de totale vernietiging, het moorden, de ontvoeringen. Een van mijn familieleden werd door extremisten ontvoerd. Ze onthoofdden hem en voetbalden met zijn hoofd. Ze doden kinderen door hen in ovens te verbranden. Ze vergrijpen zich aan vrouwen en laten hen daarna naakt op straat liggen. Als ze een vrouw te pakken hebben, roepen ze ‘Allah Akbar!’ (Allah is groot). Soms wordt een vrouw door wel tien mannen verkracht, net zolang tot ze sterft. Dit soort dingen doen extremisten overal en met name christenen zijn het slachtoffer. Het lijden in Syrië is enorm, er is overal gevaar. Mensen zijn doodsbang.
Er is zoveel kwaad. Tegelijkertijd hebben we een groot God! Hij kan al het kwaad laten meewerken ten goede; dat is wat wij geloven en daar bidden we voor. God heeft een bijzondere fabriek. Alle kwade dingen stopt Hij in die fabriek. Daaruit komen zegeningen en goede dingen voort voor Zijn mensen.
Vóór de oorlog kwamen er niet veel mensen naar onze kerk. We hadden nooit kunnen dromen wat er nu gebeurt: duizenden gezinnen komen samen in onze kerken: katholieken, orthodoxen en moslims, die allemaal als vluchtelingen naar Damascus kwamen. We delen honderdduizenden Bijbels uit, met name aan moslims.
Er is op dit moment een grote opwekking gaande binnen de kerk. De kerken kunnen het aantal mensen niet meer aan. Mensen zitten op stoelen, op de grond, in de tuin, overal. Aan het begin van de oorlog kwam er een voorganger naar mij toe die zei: “Ik wil het land verlaten. Niet voor mijzelf, maar voor mijn kinderen. Er zijn nog maar vijf à tien mensen die mijn diensten bezoeken. Het heeft geen zin als ik blijf.” Net nadat de voorganger was vertrokken, vulde de kerk zich met mensen.
Een vrouw deelde haar verhaal met ons toen ze werd gedoopt: “Ik ben mijn huis en huisraad kwijt, ik ben alles kwijt. Maar, ik heb de Heere als mijn Redder gewonnen. Ik ben een dochter van God, ik ga naar de hemel!” De hele familie van deze vrouw is tot geloof in Christus gekomen.
God werkt op een machtige wijze in Syrië. Het is heel gevaarlijk, maar we worden door Hem beschermd. Raketten en mortieren vallen overal in de stad. Eens raakte een raket de muur van onze kerk terwijl wij een samenkomst hadden. God beschermde ons.
Veel christenen in Syrië kiezen er voor om in de frontlinie te blijven, en dat is zwaar. Sta naast ons en strijd mee in gebed!”
Laten we bidden voor de gemeente in Algerije en voor de situatie in Syrië en die landen brengen voor Gods aangezicht.
Laten we danken, dat er in Algerije en Syrië kerkelijke gemeenten zijn, waar mensen elkaar ontmoeten en opvangen in Jezus’ naam.
En laten we bidden voor de opvang van de vluchtelingen, die in onze eigen omgeving aangeland zijn.
En laten we bidden voor geloof en dienstbaarheid van gemeenteleden, dichtbij en veraf.
Dat we niet ontmoedigd zullen worden…
Voor het aangezicht van God kun je je hart luchten.
Of niet soms?
Ds. Wim Scheltens